Bureacratie

Bureaucratie vinden ze heerlijk hier, iedereen zegt dat ze te bureaucratisch zijn maar ze kunnen ook echt niet zonder. Zelfs kassabonnetjes worden gestempeld en als je laat weten dat je het bonnetje voor dat flesje water niet hoeft vinden ze dat raar (behalve met tanken, dan moet je wel weer specifiek om een bonnetje vragen, en dat zijn dan net bonnetjes die ik wel spaar).

Afgelopen vrijdag en zaterdag een meeting gehad op de Universiteit, meeting was met de vier ICT managers van de verschillende UTC’s en ging over de aanschaf van hardware en software. Ik wilde daar wel bij zijn, zij vonden het ook een goed idee dat ik meedeed en meedacht, dus officieel via de bureaucratische weg toestemming gevraagd aan de principal. Jerome vond het ook een goed idee (ik heb wat ervaring met aanschaffen van hard en software) dus donderdag met een volle auto naar Kampala (mensen ruiken het hier als je weggaat en spontaan zijn ze in de buurt van je auto net op het moment dat je weg wilt rijden). Ik had niet exact een idee wat we tijdens die vergadering gingen doen, Milton had de uitnodiging naar mij door gemaild maar de elektronische postbode heeft die ergens kwijt gemaakt. Het was een vervolg op een eerdere meeting en het blijkt dat even wat hardware aanschaffen hier niet zo makkelijk gaat. Als je een grote aankoop doet moet dit aanbesteed worden, dat is om corruptie tegen te gaan en ook om zo goedkoop mogelijk bij een kwalitatief goede leverancier spullen te kopen. In totaal wordt er best veel geld uitgegeven dus dit moet wettelijk via de volgende procedure. Niks mis mee had ik bedacht.

De ICT managers bepalen samen met hun principal wat ze willen aanschaffen, ze hebben een budget en daar moeten ze binnen blijven, maar aangezien ze geen idee hebben wat iets kost is het een redelijke gok wat ze kunnen aanschaffen. In de vorige meeting is een inventarisatie gemaakt en is deze verdeeld in zes lots (geen idee wat daar een Nederlands woord voor is). Ergens vorige maand is er een advertentie in de krant geplaatst dat er ingeschreven kon worden op deze lots. Dat hebben een tiental bedrijven gedaan, enkele op alle zes lots, sommige op één of enkele. Deze bedrijven zijn naar een meeting geweest waar ze een lijst met gewenste goederen en de voorwaarden waar aan voldaan moest worden gekregen hebben. Alle bedrijven hebben een aanbod gemaakt en deze opgestuurd (waarschijnlijk langs gebracht, ik geloof niet dat ze hier aan postbezorging doen). Vrijdagmorgen werden alle enveloppen geopend, alle aanbieders worden dan uitgenodigd zo dat ze ook zelf kunnen zien dat de gesloten enveloppen geopend worden. Bureaucratie is leuk, dus de voorwaarden waaraan voldaan moest worden leverde een stapel papier waar bijna een hele boom zijn leven voor heeft moeten geven.

Nadat de enveloppen geopend waren moest alles geëvalueerd worden, gezien de hoeveelheid papier begreep ik waarom één dag hiervoor niet genoeg was. Omdat de colleges overheidsinstellingen zijn moet er aan aanvullende voorwaarden voldaan worden. Dit zijn regels van de PPDA (een controlerend orgaan), deze zijn erg uitgebreid en als je ze tot de letter volgt is het erg moeilijk om niet uitgesloten te worden. Want als iemand niet aan één van de voorwaarden voldoet wordt deze van verdere evaluatie uitgesloten. Er waren bijvoorbeeld twee bedrijven die niet hadden voldaan aan de criteria: Completed price schedule containing declaration of origin of supplies. Betekend dat als je in de prijslijst niet bij je HP printer zet dat deze in Amerika gemaakt is het hele bedrijf niet meer mee mag doen. Was ik het niet mee eens want diezelfde HP printer was volgens een andere leverancier in Japan gemaakt en volgens weer een andere leverancier in China, dus of je nou wel of niet het land van herkomst er bij zet maakt niet zoveel uit, je weet nog niks. Maar regels zijn regels, dus twee leverancier minder te evalueren. Maar toen Sarah (aanspreekpunt voor het project in Oeganda) langs kwam en vertelde dat niet de Colleges maar Hanze in Nederland de kopende partij was betekende dat we niet precies aan de regels van de PPDA hoefden te voldoen, we hoefden ze alleen maar als leidraad te gebruiken. Toen mochten ze weer mee doen. De regels waaraan iedereen moest voldoen waren duidelijk, toch waren er aan het eind maar vier bedrijven die meededen met prijzen vergelijken. Ook hier kunnen ze kopieren en plakken en als je dan een heel dik pakket overhandigd met verkeerde datums, bedrijfsnamen en dergelijk doe je al snel niet meer mee. Maar het was gezellig om met zijn allen al die bedrijven bij langs te gaan en aan het eind hou je wel bedrijven over die gedaan hebben wat ze doen moeten en als je daarvan de goedkoopste kiest zou je theoretisch goed zitten. Theoretisch want praktisch toch niet helemaal. Er was een bedrijf die bij de eerste meeting, brutaal, grof en gewoon onaangenaam aanwezig was, bij zo’n bedrijf wil je niks kopen maar dit bedrijf had wel een lot gewonnen. Dan kun je achteraf dus nog genoeg verzinnen om dit bedrijf alsnog uit te sluiten en dat is ook gebeurd. Voor zover de eerlijkheid van het systeem. Ander probleem is dat als je adverteert met dingen die je wil aanschaffen de bedrijven die meedoen er ook vanuit gaan dat je het aanschaft en daarop baseren zij hun aanbod. Maar aangezien van te voren niet bekend is wat iets kost gok je een beetje met wat je wilt aanschaffen. Nu blijkt dus dat ze zich aardig vergist hebben en op een enkel lot na alles ver boven budget is uitgekomen. En nu kun je wel één dingetjes verwijderen bij een leverancier, maar als alles over de kop moet omdat je niet genoeg geld hebt, dan moet eigenlijk de hele procedure opnieuw. Ze gaan van de week nadenken hoe ze dit op moeten lossen.

De vrijdag meeting was iedereen op tijd, deze zou om tien uur beginnen maar toen ik er om kwart over negen was, was ik de laatste. Ik was bij toeval zo vroeg, om half acht werd ik net niet wakker gebeld door Richard (ik stond net onder de douche), hij was meegekomen naar Kampala om wat sport spullen te kopen en daar zou ik hem bij helpen, dat was donderdag niet gelukt en zouden we vrijdag doen, omdat hij wist dat ik een druk programma had, had hij bedacht dat hij vroeg moest zijn, om half acht stond hij dus al in de stad op mij te wachten. Toen heb ik dus maar een beetje haast gemaakt en ben al voor achten richting downtown Kampala vertrokken, dat is een vijf kilometer van het Hotel en dat was vrijdag ruim een uur meer stilstaan dan rijden. Maar eenmaal Richard gevonden (vond het geen probleem dat hij anderhalf uur had staan wachten) was dat snel bekeken en was ik dus om kwart over negen al op de universteit, mijn collega’s een beetje kennende begon ik me al af te vragen op hoeveel manieren ik me het komende uur zou kunnen vervelen maar het bleek dat iedereen er al was en ik de laatste was. Zaterdag was het anders, weer om tien uur afgesproken en dus ruim op tijd vertrokken want iedereen zei dat de zaterdagmorgen net zo druk is op de weg als andere dagen. Maar dat was niet waar want in twintig minuten was ik al op de plaats van bestemming. Nu was ik echt de eerste, Esther was er ook voor tien uur maar de rest was veel te laat. Abel (zoals eerder kunnen lezen de man die me verbaasde omdat hij zo van de tijd is en volgens eigen zeggen nooit te laat komt en ook om kloslag vijf uur stopt met werken) was meer dan een uur te laat , Milton was anderhalf uur te laat en de laatste was net op tijd voor de lunch van half twee (maar die was net als ik meer toeschouwer dan deelnemer, dus was niet heel erg).

Tijden de meeting gisteren was ook wat tijd ingeruimd voor mij. Ik heb ze laten zien hoe ver ik ben met het project en wat mijn ideeën tot dusver zijn. Daar waren ze het wel mee eens, ook heb ze laten zien hoe ze op de meest simpele manier van hun virussen af kunnen komen. Met wat software centraal op de server alle desktops op virussen scannen, werkt beter dan elke desktop met zijn eigen on-upgedate virusscanner. Daar waren ze blij mee, ik heb ze de software gegeven, als het ze bevalt kunnen ze het aanschaffen (ze proberen hier wel alle software legaal te houden). Ook hebben ze me gevraagd of ik nog een keer langs wilde komen om ze te helpen met hun netwerken op orde te brengen, naar Bushenyi ga ik volgende week, Kichwamba doet daar mee aan een voetbal toernooi en als ik daar dan toch ben kan ik Esther met een paar dingen helpen. Dus het gaat dan om Lira en Elgon, Wes en Ferdy (de twee andere Hanze studenten die hier hun stage komen doen) komen volgende week en ik heb begrepen dat ze ook wat netwerk ervaring hebben en heb ze aangeboden om samen met hun te komen helpen, echter moeten ze dan wel hun principal zo ver krijgen dat die meedoet in de kosten want Lira en Elgon zijn ver weg en het is erg duur om er te komen (zo’n 20 jaar oude benzine auto verbruikt toch wat meer dan een moderne diesel), ook zijn hotels hier niet duur, gratis zijn ze ook weer niet. Ik denk alleen niet dat ze geld hebben om ons te laten komen.

Verder was het een drukke week, ik heb alle interviews nu uitgewerkt, gelijk al 40 pagina’s tekst (en dat is teveel)en kan volgende week beginnen met de data die in de database moet, kunnen Ferdy en Wes ook aan het werk over twee weken. Vrijdag en zaterdag avond bij Esther op visite geweest, gisteren kwam ik er niet onderuit om de lokale poiso en beans te eten. Heb ik een paar keer gehad uit de school keuken en dat is echt niet te eten maar als het gekookt is door iemand (de moeder van Esther) die wat beter in de keuken is, is het eigenlijk helemaal niet zo slecht (zelfs drie keer opgeschept, maar de eerste keer had ik voor de zekerheid heel weinig genomen). Vandaag zou ik terug gaan naar Kichwamba, maar daar had ik niet zoveel zin in, dus vandaag nog lekker in Kampala (eigenlijk meer omdat ik gisteren een Egyptisch restaurant ben tegen gekomen en ik wel heel veel zin in shoarma heb) en morgen terug naar Kichwamba. Met twee nieuwe banden (die lekke band kon niet gerepareerd worden) en uitgelijnde wielen zal het een stuk beter rijden. Ook de verlichting op de juiste hoogte laten zetten, ik kreeg nog al wat knipperende tegenliggers omdat mijn rechter koplamp recht in hun snufferd scheen en dat is nu ook opgelost. In het donker lijkt het hier trouwens of de tegenliggers veel fellere lichten hebben dan in Nederland, ik dacht dat dat aan mij lag maar dat is niet waar, de man van de bandenservice vond dat ik te zwakke halogeen lampen in mijn auto had, maar dat waren gewoon de standaard 55/60 watt lampen die alle auto’s hebben, in Oeganda stoppen ze gewoon 90/100 watt lampen in je auto. Volgens mij zijn die in Nederland niet te krijgen en zijn ze ook zeker niet toegestaan. Maar wat meer licht ’s avonds (om al die weg gebruikers zonder licht te compenseren) is niet verkeerd dus ik heb ze nu ook in de auto.

Weer een drukke week deze week, veel Nederlanders op visite heb ik begrepen, iemand van de ambassade komt langs om te controleren of jullie Nederlandse belastinggeld een beetje zinnig wordt besteed, iemand van Hanze komt langs die we zondag naar Entebbe brengen en waar we dan Maandag Ferdy en Wes ophalen (en dan gelijk Jerome zo ver krijgen dat we die beloofde koelkast meenemen, met drie personen in één huis hebben we die echt nodig) en dan ook nog naar Bushenyi voor het voetbal toernooi. Ook beloofd Milton nu eindelijk te helpen met zijn netwerk en dan ook nog wat projectwerk. Ik heb wel zin in deze week maar ben bang dat ik niet alles gedaan krijg wat ik doen wil.

Nu dinsdag en omdat er geen mail uitgegaan is (geen idee waarom) kan ik hier wel even verder. Gisteren terug gekomen vanuit Kamapala, met al het onderhoud wat de auto nu gehad heeft, had ik het idee dat de auto het nu gewoon zou doen. Maar dat was niet waar, eigenlijk zat het er ook wel aan te komen want de paar keer dat ik de onderkant van de auto gezien had, had ik al gezien dat de uitlaat niet in al te beste conditie was. Maar ondanks al die drempels en al die kuilen in de weg hier (en het gebonk van de uitlaat  als ik door een kuil reed) bleef die heel. Tot gisteren dus,  op een erg vlakke asfaltweg zonder kuilen zomaar opeens een ongelovelijke herrie. Narras naast me schok en dacht dat er iets heel ergs met de auto aan de hand was maar dat viel mee, gewoon de uitlaat die afgebroken was en waardoor nu een halve uitlaat over het asfalt schuurde. Gestopt (bij toevallig net een dorpje) en gezien dat de uitlaat inderdaad kapot was en dat we zo niet verder konden rijden, we waren zestig kilometer voor Fort Portal en dus nog maar een uur rijden naar Kichwamba. Narras had wat touw gekocht in het dorp en daarmee hadden we het stuk uitlaat wat over de grond schuurde redelijk kunnen vastknopen zodat we konden rijden. Rijden ging wel maar doordat de uitlaat was afgebroken voor beide dempers hoorden ze ons op vijf kilometer afstand al aankomen, op zich wel handig want iedereen ging netjes aan de kant voor ons. Ik was alleen bang voor de politie, die controlleren rond Fort Portal behoorlijk en met de lawaaibak waarin we reden werden we zeker aangehouden. De eerste politie post zag ik al van verre en ik liet het gas gewoon los en rolde er naar toe, als je geen gas geeft maakt de auto geen lawaai, bij de controlle aangerold wuifden ze me zoals bijna altijd gewoon door. Toen ik er net voorbij was en gas gaf zag ik in de spiegel dat ik alsnog moest stoppen maar ik was er al voorbij en heb net gedaan of ik niks gezien heb. De volgende politie post was na een bocht, ik zag ze niet en ze hoorden me dus aankomen, hier moest ik wel stoppen, maar nadat ik uitgelegd had dat de uitlaat echt net kapot was gegaan en dat we onderweg waren om deze te repareren mochten we door. Ik had wel een bekeuring verwacht, dus dat viel weer mee. Ik wilde naar Kichwmaba want ik dacht dat Moses (de man met de gevaarlijke slijptol in het filmpje) de uitlaat wel kon lassen. Maar het bleek het hele weekend in Fort Portal heftig geregend te hebben en ik werd gewaarschuwd dat beide wegen naar Kichwamba erg slecht waren.

Toch maar proberen, na nog een leraar te zijn tegen gekomen die een lift wilde vertrokken, maar na nog geen 500 meter op die slechte weg was de uitlaat die Narras en ik samen vakkundig hadden vastgeknoopt weer los gekomen. Nog een keer proberen om deze vast te binden. De kachel in de auto is kapot, deze wil alleen op de hoogste stand, ik draag hier eigenlijk nooit een korte broek maar als ik een eind rijd dan dus wel, de overige personen in de auto waren in de erg nette kleren dus ik was vrijwilliger om in de modder onder de auto te gaan liggen.  De mensen om me heen (het is altijd druk rond een stilstaande auto) vonden dat wel erg grappig. Met toch wel wat moeite de uitlaat weer vastgebonden. Maar 100 meter verder hoorden we de uitlaat al weer stuiteren op het zand. Opgegeven en gebeld met de mechanic van school, kun je wat spanbanden komen brengen. Hij zou me terug bellen maar ik werd terug gebeld door Jerome met de vraag wat er aan de hand was, uitlaat kapot, waarom laat je dat niet lassen in Fort Portal, omdat ik dat Moses wilde laten doen, maar dat was onmogelijk want school heeft geen autogeen lasapparaat. Jerome een mechanic uit Fort Portal gebeld, die is gekomen, terug naar Fort Portal, uitlaat gelast en weer naar Kichwamba. Ondertussen nog twee studenten tegen gekomen die ook mee wilden dus met een volle auto in het al bijna donker naar Kichwamba. En die extra studenten waren goed, de weg was slipperig en toen ik om een vastgereden vrachtwagen heen wilde rijden zaten wij ook vast, konden ze mooi helpen duwen. De weg was één glibber bende en we zijn een vijftal vastzittende auto’s en vrachtwagen tegengekomen maar wij zijn verder redelijk soepel in Kichwamba terecht gekomen.

Dat was toch wel weer een rare rit die ik toch ook even kwijt wilde. Nu even bedenken wat ik komend weekend ga doen, zou naar Bushenyi om Esther te helpen en naar het voetbal toernooi te gaan (waar de president van Oeganda de speciale gast is) en ik zou mee met Jerome naar Kampala om de hanze medewerker weg te brengen en om Wes en Ferdy op te halen, maar dat kan niet te gelijk.

3 gedachten over “Bureacratie”

Reacties zijn gesloten.