Chimpansees

 

Nee, dit is niet in de apenheul

Een week of wat geleden reed ik met Naras van Kampala naar Kichwamba, onderweg kwamen we op de weg apen tegen. Leuk en volgens Naras waren er heel erg veel apen in dat bos, als we een keer niks te doen hadden konden we wel een keer gaan kijken. Momenteel is er in Kichwamba echt niks te beleven dus had ik Naras herinnerd aan wat hij toen gezegd had. Gisteren dus naar het bos. Naras, Ferdy, Wes en ik. De auto was nog niet helemaal okay maar het was maar 30 kilometer van Fort Portal en het bos ligt aan de snelweg, dat zou geen probleem mogen zijn. Ik dacht althans dat het langs de snelweg lag maar voor de apen moesten we een andere weg nemen en dat was 30 kilometer zandweg door de middle of nowhere. Met ruim een halve tank benzine en er op vertrouwend dat de auto het gewoon zou blijven doen die kant op gereden. Een erg mooie weg die door het Kibale nationaal park gaat. Ruim een uur rijden en dus ruim een uur mooi uitzicht.

Wij gingen uit van een verveeld zondag middagje naar het bos, maar dat werd toch even anders. Onderweg al borden gezien dat het nog maar 11 kilometer was naar de chimpansees, het verboden was het gebied zonder gids te betreden en dat we zeer welkom waren in het nationaal park. Bij het camp gekomen was het al vreemd dat er gewoon vier mensen zonder reisorganisatie en zonder afspraak langs kwamen die eigenlijk niet wisten waar ze waren en eigenlijk ook niet wisten wat ze wilden doen. Alsof je voor de poort van de efteling staat en aan de portier vraagt: “wat is hier te doen”. Ons antwoord dat we wat apen wilden zien interpreteerden zij als dat we op chimpansee tracking wilde. Oh, is dat leuk? Ja, dat is leuk.. Kost dat dan? 95 dollar.. Oh… aangezien wij onderhand helemaal in shillings denken en ook geen idee hadden wat de huidige wisselkoersen zijn wilden wij de prijs in shillings weten. Tja, dat wisten zij ook niet, dat moest eerst uitgerekend worden, echt vaak wordt daar waarschijnlijk niet contant betaald. 188.000 shilling.. hmm.. dat is wel belachelijk veel geld, maar na wat getwijfeld te hebben bedacht te hebben dat nu we zijn hier nu tochzijn  en dat chimpansees vast erg leuk zijn, besloten om te gaan kijken. Met een erg vriendelijke gids het tropisch regenwoud in. Heel veel vlinders en met de temperatuur erbij leek het wel wat op de vlindertuin van de dierentuin in Emmen, het rook er ook ongeveer hetzelfde. Toch leuk dat ze hier in Oeganda de Emmer vlindertuin hebben nagemaakt.

Het bos waar we inliepen is het zelfde bos waar de snelweg langs loopt en waar ik die slang had aangereden. Ik wist dus dat er heel veel slangen in dat bos zaten, voor de zekerheid vroeg ik aan de gids of er veel slangen in dat bos zaten en hij antwoordde dat je die heel zelden zag. Misschien eens in de drie maanden dat hij een slang zag en soms duurde het wel een half jaar voor hij een slang zag. Om mijn commentaar dat hij waarschijnlijk ook wel eens drie slangen in tien minuten was tegen gekomen moest hij instemmend lachen. In ieder geval tien minuten later stond hij stil en begon hij met stokken te gooien. Een slang was het commentaar, Wes en ik probeerden de slang te vinden om te controleren of hij of zij op de foto wilde maar de slang had zich goed verstopt. Misschien niet heel jammer dat we hem niet zagen. Toen de gids dacht de slang weg was wilde hij verder wandelen. “Denk je dat de slang weg is of weet je dat de slang weg is” vroeg ik, hij dacht het dus voor de zekerheid gooide hij nog even een stok richting slang. Geen reactie dus wij wandelden verder. Nog even gevraagd wat het merk slang was en volgens de gids was het een black mamba. Ik heb het even op internet opgezocht en dat is geen goed merk slang, ook zegt wikipedia dat de slang alleen in grasland leeft dus was hij nog verdwaald ook. Ondanks dat het december is zitten de bomen hier nog vol bladeren, erg veel bladeren, ook heel veel takken en heel veel bomen, hele dikke bomen, gedraaide bomen en normale bomen in dat bos. Erg dicht bevolkt dus en daardoor lastig om snel te wandelen. Wat ook mistte waren de prullenbakken, schreeuwende kinderen en bordjes verboden de paden te verlaten. Alleen veel groen, erg veel groen en erg gaaf om te zijn.

Maar we waren op zoek naar chimpansees, dat zijn dieren die altijd onderweg zijn, ze hebben geen vaste plek waar ze heen gaan en het is dus afwachten waar ze zijn. De gidsen hebben walkie talkies mee waarmee ze elkaar op de hoogte houden waar de apen zijn. Zo wisten wij globaal waar we heen moesten. Het vreemde aan zo’n dicht bos is dat je op eens op een grote open plek staat. Een plek waar het wild komt om te drinken. Op deze plek waren recent een aantal olifanten geweest, ik begreep dat niet helemaal want de open plek was omgeven door dicht bos en wij hadden al moeite om ons daar voort te bewegen, hoe een olifant dat dan doet met al die bomen die in de weg staan is wel knap. Een paar voet afdrukken van olifanten gezien (foto in fotoboek) en die zijn best wel groot. Dit kun je ook zien aan hun poep. Aan de overkant van het veld zag de gids een baby chimpansee en hij wilde die kant dus op. Maar nog geen twee meter verder stond hij tot in zijn knieën in een olifanten drol. Zijn pech was dat ik net aan het filmen was en het staat er erg mooi op.

We waren dus in de buurt, via een omweg (met tussenstop bij een beek want de gids wilde zich gek genoeg wel even wassen) naar de chimpansees gelopen. En we hadden echt mazzel, normaal ga je op afspraak een bepaalde tijd op zoek, meestal in de ochtend of na de lunch. Wij waren er precies tussen in zodat de gids zoiets had van, we kunnen wachten tot na de lunch maar ze hebben geen honger dus laten we direct maar gaan. Dat betekende dat we chimpansees vonden precies na hun lunch, en na een lunch rust je uit. We vonden de hele kolonie chimpansees rustig uitbuikend in het bos. Hele vriendelijk beesten die als ze engels spraken waarschijnlijk “Your most welcome” gezegd hadden. We konden heel dicht bij komen en volgens de gids konden we ze zelfs aaien, vonden de apen geen probleem maar het was wel erg verboden, net zoals het voeren van de apen absoluut niet was toegestaan. Een uur zijn we gebleven en dat was echt een supergave ervaring. Veel foto’s gemaakt maar fotograferen in een tropisch regenwoud is lastig. Er hangt altijd wel een blad in de weg wat voorkomt dat de camera kan scherpstellen. Zelf scherpstellen is ook lastig dus de foto’s zijn niet allemaal even goed gelukt. De filmpjes zijn gelukkig wel goed gelukt.

Chimpansees, volgens de gids hele vriendelijke beesten, echter was het opeens wel dat we heel snel terug moesten. Apen houden van honing, eentje had een bijenkorf gevonden in de boom en hij kwam met deze bijenkorf en een heleboel boze bijen onze kant op. Ook zijn chimpansees alleen vriendelijk als ze je kennen, daarom moet de gids altijd voorop, deze kennen ze en dan is het bezoek wat hij meebrengt ook ok. Zouden wij zonder gids het bos in wandelen dan was de kans groot dat de chimpansees minder vriendelijk zouden zijn. Ze zijn sterk genoeg om ons met twee handen of twee voeten heel snel te vermoorden.

Maar al die slangen, chimpansees en andere grote dieren zijn niet lastig geweest, mieren helaas weer wel, die hadden toch een manier gevonden om in mijn schoenen te komen en vonden het nodig om me daar te prikken, maar behalve wat jeuk is dat ook het enige vervelende van het enge grote donkere dierenbos. 

Naras was trouwens niet mee, we hadden hem uitgenodigd maar hij ging liever na zijn vriendin even verderop. Dat betekende dat we dus wel even op hem moesten wachten toen we terug wilden, zijn we onderhand wel gewend dus erg laat terug naar Fort Portal. Naras vertelde toen hij terug was dat Jerome hem gebeld had om te vertellen dat een monteur uit Kampala gekomen was om de auto nu eindelijk goed af te stellen. Erg handig ook dat ik wist dat hij komen zou (niet dus). Wist je Jerome maar hij was het vergeten me te vertellen. Ik had verwacht dat de monteur onderhand terug was naar Kampala en dat was dus pech, op zich liep de auto redelijk dus was ik niet bang dat ik weer dezelfde problemen (steeds slechter lopende motor) ging krijgen. Waar ik wel bang voor was, was de brandstof. Op de heen weg hadden we erg veel brandstof verbruikt, meer dan een kwart tank, ik kneep hem wel een klein beetje of we genoeg hadden. Het is maar 30 kilometer maar blijkbaar ook een verbruik van 1 op 2.

Dat ik niet bang was dat de motor er mee op zou houden was ook onterecht, die begon vrij vlot na vertrek steeds slechter te lopen, tot het zo erg was dat ik een heuvel niet meer op kwam en iedereen uit moest stappen Dat was nog niet zo erg, de volgende heuvel werkte dat ook al niet meer en moest iedereen helpen duwen. Uiteraard net met een heleboel toeschouwers. Fort Portal wel gehaald, tank was helemaal leeg en de auto was niet voorruit te branden. Ook eindelijk weer netwerk dus Jerome gebeld om te melden dat het me speet dat die monteur voor niks gekomen was en dat ik hem eigenlijk wel hard nodig had nu. Maar de monter was er nog, heeft gewoon vijf uur op ons gewacht. Jerome was met hem in Fort Portal en ook nog erg dichtbij. Een andere monteur dan degene die normaal komt en nu iemand die echt wist wat hij deed. In vijf minuten had hij het probleem verholpen. Alleen met de hulp van een magneetje en een tube superlijm. Probleem was bekend, een klep in de inspuitpomp liep een beetje stroef, de elektronica is niet sterk genoeg om de klep open te houden maar met de hulp van een magneetje lukt dat weer wel. Helemaal gaaf want de auto heeft nog nooit beter gelopen dan nu.

Ondertussen hadden we nog wel het brandstof probleem, de tank was meer dan leeg en de monteur verbruikte ook nog het beetje brandstof dat aanwezig was met testen. Jerrycan geleend (we waren bij de wasstraat, ook een verhaal apart maar dat laat ik even achterwege nu) en samen met Jerome op jacht naar benzine, zeven benzine pompen in Fort Portal en bij de laatste hadden ze benzine. Dat betekende drukte, een 40 motors en vijftal auto’s waren voor ons en er was maar één pomp in gebruik. Dat ging dus even duren, we hadden een vijf liter jerrycan mee, te weinig om heen en weer Kichwamba te gaan, maar genoeg om een benzine pomp te halen. Echter had ik geen zin twee keer in zo’n rij te staan dus ging ik op zoek naar een grote jerrycan, De meeste winkels zijn gewoon open op zondag, behalve dan de winkels die jerrycans verkochten, die waren allemaal dicht. Maar er kwam net iemand aanrijden op zijn motor met een grote jerrycan op zijn bagagedrager. De andere motorrijders wezen me daarop en op mijn vraag of ik zijn jerrycan mocht kopen was het antwoord dat dat zeker wel mocht, hij wilde er wel flink geld op verdienen waarop Jerome begon te mopperen, maar in plaats van de gevraagde twee en een halve euro heb ik hem zelfs drie en een halve euro gegeven, we waren allebei blij. Terwijl ik hiermee bezig was stond Jerome in de rij, ik kon hem alleen niet meer vinden. In plaats van achteraan waar hij hoorde te staan stond hij nu al helemaal vooraan. We waren dus best snel weer weg, waarom moppert er niemand als jij zo voordringt was mijn vraag. Hij was nu eenmaal een grote man in de stad, dus dan mag je voordringen. Niet mijn stijl maar echt ongelukkig was ik er nu ook niet mee.

Mijn laatste blog en mijn laatste dag in Kichwamba, morgen naar Kampala, daarna Mbale en daarna een weekje vakantie, alleen nog terug komen om spullen op te halen. Toch veel te snel gegaan allemaal..

3 gedachten over “Chimpansees”

Reacties zijn gesloten.